Is uw organisatie klaar voor de toekomst?
Maak verstandige, toekomstbestendige keuzes over technologie voor uw organisatie.
Waar staat uw bedrijf over een paar jaar als het gaat om productiviteit, groei en winst?
We laten u zien hoe technologie u kan ondersteunen bij het bereiken van uw doelen.
Verandering is belangrijk, maar in de praktijk vaak moeilijk te realiseren binnen organisaties. Wij ondersteunen uw medewerkers bij verandering.
Uw infrastructuur versie 2.0! Of het nu gaat om de cloud, hybride of on-premise oplossingen … Wij zorgen ervoor dat uw fundament staat als een huis.
Grote hoeveelheden data gebruiken om uw bedrijfsprocessen te verbeteren. Wij maken u wegwijs in de wereld van big data, bots en machine learning.
Breitnerhof 144
1628 XN Hoorn
Het is een marketing uitspraak die zo oud is als de weg naar Rome. Focussen op je core business, maar hij is nog steeds relevant. Wellicht nu wel meer dan ooit maar toch merk ik in de praktijk dat dit voor organisaties een lastig vraagstuk is waar nog veel winst valt te behalen. Zeker op het gebied van ICT constateren we dat alle bedrijven dit belangrijk vinden voor de continuïteit van hun bedrijf. In dergelijke gevallen wordt ICT daarom al snel tot de core business van het bedrijf gerekend.
Maar is dat eigenlijk wel zo verstandig? Ooit hoorde ik een bestuurder uit de zorg verkondigen dat ICT uitermate belangrijk is en dat het verplegend personeel beter vervangen kon worden door ICT’ers.
Volgens mij slaat hij met deze onhandige opmerking wel de spijker op zijn kop. In negatief oogpunt weliswaar, want de core business van de zorg is natuurlijk zorgverlening en niet ICT. Informatietechnologie is een complex vakgebied en de centrale vraag is in welke mate dit zelfstandig georganiseerd kan worden. Oftewel gaan we ICT kennis inbesteden of kunnen we dit beter uitbesteden? Hierop is geen eenduidig antwoord te geven maar we kunnen wel aangeven met welke aspecten rekening gehouden kan worden. Kortom wat zijn de voordelen en nadelen van de verschillende scenario’s?
Het aannemen of inhuren van personeel is doorgaans voordeliger dan het inkopen van diensten bij een bedrijf. Dit is natuurlijk evident maar daarnaast wordt het investeren in kennis aangevoerd als voornaamste argument; immers ICT maakt een steeds belangrijker onderdeel uit van de activiteiten van het bedrijf, waardoor inbesteden van dergelijke activiteiten een logische keuze lijkt.
Het is echter de vraag in hoeverre het daadwerkelijk mogelijk is om als bedrijf zelfstandig alle ICT kennis goed op te bouwen. Kennis is een dusdanig breed begrip dat we hier een duidelijk onderscheid in aan moeten brengen. Er is mijn inziens een duidelijk onderscheid tussen de technische en de functionele aspecten van kennis. De technische aspecten hebben te maken met de harde kant van ICT. Het inrichten en configureren van hard- en software rekenen we onder de technische kant. Het toepassen en gebruiken van ICT valt in de categorie functioneel.
Technische capaciteiten en vaardigheden worden voor een belangrijk deel gevormd door ervaring. Bij een ICT bedrijf is er een grote verscheidenheid aan ICT projecten waardoor de collectieve ervaringsdeskundigheid vele malen groter is dan bij een individueel bedrijf. Dergelijke kennis kunnen we doorgaans beter inkopen. Dit heeft vooral te maken met het begrip collectief. Twee weten meer dan één, en daarnaast kunnen we stellen dat één gelijk is aan geen. Dat geldt zeker voor een technische medewerker met specialistische kennis. Hier hebben we er dan al snel twee van nodig om dit op een goede manier te borgen.
Maar hoe gaan we deze medewerkers gelukkig maken of houden? Kunnen we hen vanuit een bedrijf wel voldoende uitdaging bieden? Het antwoord op deze vraag zal anders zijn gelang de aard en omvang van de onderneming. Bij een multinational zijn de IT projecten groter dan bij een klein regionaal bedrijf waardoor multinationals normaal gesproken meer uitdaging kunnen bieden aan IT professionals.
Een ander aspect is de partner- en leveranciers relatie tussen de softwareleverancier en het ICT bedrijf. Het is voor de softwareleverancier ondoenlijk om alle vragen van klanten direct te beantwoorden. Om deze reden wordt vaak een partnermodel gehanteerd waarbij de partners toegang hebben tot bronnen van informatie die voor eindklanten niet toegankelijk zijn.
– wordt vervolgd –
Dit is deel twee over mobilty in relatie tot de moderne werkplek. De toekomst is mobiel daar bestaat geen twijfel over. Daarom kiezen steeds meer organisaties dus primair voor een cloud gebaseerde infrastructuur zodat ze device onafhankelijk gebruik kunt maken van moderne diensten en oplossingen. Hierdoor zijn medewerkers flexibel en zijn ze veel minder gebonden aan de traditionele werkplek.
Veel van de werkplek concepten zijn erop gebaseerd dat ze aan de voorkant inventariseren wat een medewerker met zijn device doet. Dit is een tijdrovende klus en het werkt niet in de praktijk. Het leidt tot interne discussie en het beperkt mensen in hun mogelijkheden. Dergelijke concepten worden namelijk top-down bedacht en komt uiteindelijk neer op het volgende: Wij hebben op basis van jullie input iets neergezet dat jullie moeten gaan gebruiken.
Ik hoor de medewerker al denken. Ik bepaal zelf wel wat ik gebruik. En als ik het niet kan vinden dan ben ik inmiddels vaardig genoeg om mijn eigen weg te vinden op het internet; eventueel met behulp van mijn mobiele telefoon.
Maak nu gebruik van de flexibiliteit van uw medewerkers. Bedenk het niet voor hen, maar maak optimaal gebruik van de kennis die ze al hebben, gebruikmakend van de apparaten die ze reeds gewend zijn te gebruiken. Dat is toch waar de trend consumerization of IT om draait?
Technisch is dit allemaal mogelijk maar ik doe wel een beroep op uw veranderingsgezindheid. Investeer liever in de backend. Faseer traditionele systemen uit en investeer in een mobiel onafhankelijk landschap. Uw medewerkers zullen u dankbaar zijn.
Ga met uw tijd mee, uw toekomst kan er vanaf hangen.
Ik gebruik al járen een chromebook. Geen mac, geen windows-bak, maar een chromebook. Toegegeven, ik koos altijd wel een chromebook met de beste specificaties die ik kon krijgen. Dat draaide dus eerst uit op samsung chromebooks, maar daarna ook de Pixel (LS: Ludicrous Speed!) en nu zit ik dit stukje te schrijven op een Pixelbook. Al die jaren was ik dik tevreden met snelheid, een prima accuduur, lichtgewicht, géén ‘draaiende’ HDD maar een snelle SSD en dat alles afgemaakt met een betaald G Suite account, dat toen nog Google Apps heette.
Het had zo z’n charme – en zo verdedigde ik mijn keuze ook – alleen een browser doosje met een scherm. Meer heb je echt niet nodig. Fotobewerking? Polarr, of Pixlr. Spelletjes konden zelfs, maar dat was niet nodig voor werk. Office-functionaliteit had ik middels Google Drive / Docs / Sheets en Slides en natuurlijk GMail. Facebook werkt, Whatsapp web werkt, ik kon telebankieren en het nieuws lezen. Youtube, Amazon Prime, Netflix voor media. Zelfs met de NPO / NOS apps en de Chromecast kwam ik geen nieuws tekort. En als het echt moest RDP-de ik naar een roestige Windows desktop. Maar die charme was vanwege iets anders: Chrome was snel, goedkoop en vooral heel erg veilig. Dat werd laatst nog maar weer eens onderstreept.
Op mijn telefoon koos ik (vanzelfsprekend!) voor Android, en dat beviel ook prima. Maar er was ook iets helemaal niet in orde; en dat waren de Android tablets. Een stapeltje heb ik versleten – tot en met die belachelijke HP 21 inch tablet aan toe. Lenovo’s met echt papier en een pen, een Pixel C, Samsungs en Nexus 7. Maar het was nooit echt top. Natuurlijk kan je mailen, en een spelletje spelen, maar het bleef een achtergesteld systeem. Het bleef een grote Android telefoon waarmee je niet kon bellen.
En toen lanceerde Google de Play Store op mijn Pixel. En dus kwam (bijna) het hele Android ecosysteem op mijn Chromebook. Dat bleek ook zo ongeveer het einde van de Android tablet, want dat begint nu toch echt wel een Chromebook te worden. Er dienen zich zelfs al de nodige nieuwe modellen aan, die – net als mijn pixelbook – ‘flip’ zijn of zelfs met afneembare toetsenborden worden geleverd. Prima stap, hoewel je er vanuit het oogpunt van beveiliging een paar vraagtekens bij kan zetten. Aan de andere kant; middels G Suite admin panel heb ik zelf prima controle over wat er wel en niet op mijn Chromebook komt.
We hadden dus nu Chrome én Android. En toen trof ik een fantastische app in de playstore; crossover. En die laat je zelfs Windows apps draaien. Het is nog beta, en het werkt zeker niet altijd helemaal goed, maar het is een stap in de goede richting, en de paar Windows-tools die ik miste draaien prima.
Chrome, Android, Windows. Het moet niet gekker worden. En dat werd het toch wel; ‘officieel’ lanceerde Google op de afgelopen I/O support voor… Linux! Ja, ik weet het, ook nog beta, maar als je weet dat ChromeOS eigenlijk al Linux is, is het ook weer geen hele grote verrassing. Tel daarbij Google’s uitstekende diepgravende kennis van containers en je kon het wel aanvoelen; dit is eigenlijk gewoon logisch.
In 2016 had ik het nog over een ‘browser in een doosje’ en nu is mijn Chromebook in staat om meer apps te draaien dan welk ander platform dan ook. En ja, dat zie ik als een soort van overwinning. Iedereen die me ooit voor gek verklaarde met mijn browserlaptop – doe dit maar eens na op je mac of surface; GIMP, Google Maps voor Android, Gmail voor web én Office voor Windows. Naast elkaar. Op een lichtgewicht stuk hardware. Dit kon wel eens dé volgende grote stap voor Linux als ‘mainstream’ OS worden. Aan de developers zal het niet liggen.
Wij gebruiken cookies zodat deze site goed werkt.
OK